Oscar Piastri kwam naar Austin als kampioenschapsleider, maar vertrok met meer vragen dan antwoorden. Het weekend op het Circuit of the Americas legde een concreet, herhaaldelijk probleem bloot: gebrek aan vertrouwen en ritme. Dat is niet alleen een tijdelijk ongemak. Het is een strategisch risico dat zijn titeljacht flink kan compliceren.
Het symptoom: ritme en vertrouwen ontbreken
Piastri worstelde het hele weekend met het gevoel in de auto. Hij omschreef het zelf als “gewoon om het ritme krijgen”. McLaren-teambaas Andrea Stella bevestigde dat beeld: op een hobbelig COTA-circuit met zware remzones en snelle bochten is zelfvertrouwen cruciaal. Piastri verloor tijd op meerdere plekken, vooral bij het remmen naar Bocht 1, de hobbelige Bocht 6 en de krappe haarspeldbocht van Bocht 11.
De cijfers liegen niet: Piastri was langzamer dan teamgenoot Lando Norris in FP1, de sprintkwalificatie en de grand prix-kwalificatie. Het resultaat was een crash in de sprint na contact met Nico Hülkenberg en een startplek als zesde in de hoofdrace, vier plaatsen achter Norris. In een veld dat zo close is, tellen zulke marginale verschillen zwaar.
Oorzaak dieper dan één slechte ronde
De kern ligt niet in één verkeerde afstelling of één foutje. Het artikel stelt overtuigend dat het probleem deels mechanisch is — de MCL39 heeft een lastige vooras die niet altijd een goed gevoel geeft. Piastri heeft daar dit seizoen vaker beter mee om weten te gaan dan Norris. Toch liet COTA het bekende “gedrag” van de wagen weer naar boven komen. Op dit circuit moeten coureurs op het randje rijden en heel precies remmen. Als dat vertrouwen ontbreekt, is er geen sprake van limite rijden maar van voorzichtigheid. Stella formuleert het scherp: “Als er iets ontbreekt, is het juist dat aspect aan Oscars kant.”
Waarom Norris wél dichtbij bleef
Norris gebruikte een iets andere voorophangingconfiguratie die bedoeld is om een beter gevoel te geven. Het is geen geheime toverspreuk, maar een setupkeuze die zijn rijder helpt de specifieke uitdagingen van COTA beter te pareren. Daarnaast had Norris vanaf de eerste sessie de overhand; hij bouwde een basisvertrouwen op waar Piastri geen antwoord op had.
Belangrijk is ook het effect van het sprintformat. Er was maar één vrije training. De crash van Piastri in de sprint ontnam hem verdere leermomenten die, gezien zijn problemen, veel waardevoller waren geweest dan voor Norris. Minder rondes, minder aanpassingen, minder kans om ritme terug te vinden. In korte sprintweekenden vermenigvuldigen kleine achterstanden zich snel.
De strategische consequenties voor de titel
Het cumulatieve effect is zorgwekkend. Doordat Piastri bij de start van de race achter Norris, de beide Ferrari’s en George Russell zat, werd hij naar een missie van schadebeperking gestuurd. Dat is precies wat je als leider niet wilt: in plaats van aanvallen en punten maximaliseren, moet je verdedigen en herstellen. En in een titelstrijd waar elke positie telt, kan dat beslissend zijn.
McLaren staat voor twee directe keuzes: of ze vinden een setupoplossing die Piastri hetzelfde vertrouwen geeft als Norris, of ze accepteren dat sommige circuits structureel lastiger voor hem blijven. Gegeven de signalen uit Austin is het onvermijdelijk dat het team met prioriteit naar de vooras en de voorophangingconfiguratie kijkt — en dat Piastri meer kans krijgt om die setup op korte sessies te testen.
Conclusie: meer dan een off-day
Austin was geen incidentloos weekend. Het was een waarschuwing. Het tekort aan vertrouwen en ritme bij Piastri is een structureel knelpunt dat door circuitkarakteristieken en het sprintformat wordt uitvergroot. Als McLaren dit niet snel aanpakt — zowel technisch als in de manier waarop ze Piastri in korte weekenden kunnen laten opdraaien — riskeert de kampioenschapsleider een periode waarin hij punten verliest in plaats van verdedigt. Voor Piastri betekent dat: herstellen, leren en snel weer leren vertrouwen op de MCL39, anders wordt zijn voorsprong een fragiele voorsprong.