Alpine zit op een dieptepunt

Een jaar na die verrassende dubbelpodium in Brazilië staat Alpine dit seizoen onderaan de constructeursstand. Het team heeft nauwelijks in-season-upgrades doorgevoerd. Pierre Gasly en Franco Colapinto zuchten onder een auto die langzaam verder wegzakt.

De situatie is pijnlijk. Vroeger eindigde het team soms laag in een seizoen, maar nooit zo onderaan. De huidige gang van zaken noemt Flavio Briatore, executive advisor en de facto eindbaas, zelfs ’tortuur’.

Waarom stopte Alpine met ontwikkeling?

Alpine besloot dit jaar vroeg te stoppen met ontwikkeling van de A525. Dat deden ze om al hun middelen op de 2026-auto te zetten. Volgend jaar wisselt het team naar Mercedes-motoren en daar willen ze een vliegende start mee maken.

Het idee is eenvoudig: alles of niets inzetten op 2026 en zo mogelijk een voorsprong pakken. Het is een risico. Andere teams bleven dit jaar upgraden en slaagden er beter in om middelen te verdelen. Daardoor staat Alpine nu achteraan.

De afweging van Briatore

Briatore zegt dat Alpine niet de capaciteit had om twee projecten tegelijk te doen. Verbeteringen aan de A525 zouden volgens hem hooguit plekken acht of negen in de constructeursstrijd hebben opgeleverd. Daarom koos het team voor de gok op 2026.

Dieper liggende oorzaken

Voor Briatore ligt het probleem dieper dan de keus om dit jaar te pauzeren. Hij wijst op jarenlange wisselingen in de leiding en op het feit dat het team te vaak van ver werd aangestuurd. Volgens hem hoort een Formule 1-team hands-on geleid te worden vanuit Enstone, niet op afstand.

Een grote factor is volgens Briatore de motorkwestie. In het hybride-tijdperk heeft Renault niet het tempo kunnen volgen van Mercedes, Honda en Ferrari. Dat gebrek aan investeringen stamde volgens hem uit de vroege jaren 2010, toen Renault onder leiding van Carlos Ghosn keuzes maakte die niet genoeg prioriteit aan de F1-motor gaven.

Briatore benadrukt dat hij de mensen in Viry-Chatillon niet de schuld geeft. Hij zegt dat de engineers er het beste van hebben gemaakt met de middelen die ze kregen. Maar zonder voldoende resources is het moeilijk om mee te doen bovenin.

Wat veranderde er concreet?

  • Alpine stopte vroeg met onderdelen en upgrades voor 2025.
  • Het team concentreerde capaciteit op de 2026-auto en de nieuwe motorrelatie met Mercedes.
  • Langdurige managementwisselingen en besturing op afstand verzwakten de organisatie.
  • Beslissingen uit de vroege hybrideperiode hebben geleid tot een structureel minder krachtige motorontwikkeling.

Toekomstverwachting en ambitie

Briatore is hoopvol over 2026. Met een Mercedes-motor wil Alpine terug naar de top zes op de grid. Dat lijkt realistischer dan gelijk om het kampioenschap meedoen, maar het zou al veel veranderen. Vanuit een zesde of zevende startplek ruik je sneller een podium dan vanuit middenveldposities.

Hij erkent dat het een grote uitdaging is. Maar Briatore gedijt bij dit soort opdrachten. Hij wijst op eerdere successen waarbij hij skeptici verraste. Zijn aanpak is duidelijk: investeren op de juiste plekken en het team vanaf Enstone aansturen.

Slotblik

Kortom: Alpine betaalde dit seizoen de prijs voor een strategische keuze en voor fouten uit het verleden. De overgang naar Mercedes-motoren en een gefocuste 2026-programma moeten herstel brengen. Of die strategie werkt, valt volgend jaar te beoordelen. Tot die tijd blijft het voor fans en personeel even doorbijten.

nl_NLNL