Yuki Tsunoda haalde in de sprintkwalificatie van de Verenigde Staten Grand Prix de krantenkoppen, niet vanwege een spectaculaire ronde maar door een mislukte timing die hem de kans ontnam zijn slotronde te starten. Red Bull bood publiekelijk excuses aan via teambaas Laurent Mekies, maar de waarheid is complexer. Dit incident legt zowel een operationeel probleem binnen Red Bull bloot als duidelijke tekortkomingen in Tsunoda’s eigen prestaties.

Waar ging het echt mis?

Het probleem begon al in SQ1. Tsunoda zette slechts één vliegende ronde neer en eindigde als 18e. Op die eerste poging zat hij 1,119 seconden achter teamgenoot Max Verstappen. Dat tempo-tekort was geen eenmalig verschijnsel; in de vrije training viel zijn snelheid op de zachte banden ook tegen. Op de verplichte mediums in SQ1 bleek hetzelfde tekort te gelden. Een rugwind bij bocht 1 en de haarspeld kostten tijd, en het feit dat Tsunoda nog met een oude voorvleugel rijdt, speelde mee — al gaf hij zelf aan dat dat niet het grootste verschil zou maken.

Strategisch nam Red Bull vervolgens een beslissing die het risico vergrootte: Tsunoda ging terug de pits in in plaats van buiten te blijven. Het tanken maakte dat zijn stop ongeveer twee minuten en acht seconden duurde, waarna hij in een lange rij auto’s hoefde te wachten. Terwijl sommige coureurs buiten bleven — onder meer Verstappen, de Mercedes-coureurs, McLaren en Alpine’s Pierre Gasly en Charles Leclerc — koos Red Bull voor het garageplan. Die keuze bleek fataal. Toen de groep auto’s naar de startlijn naderde, werd de geblokte vlag gezwaaid; Tsunoda was een van de rijders (samen met Ollie Bearman, Esteban Ocon en Gabriel Bortoleto) die daardoor geen laatste vliegende ronde meer konden beginnen.

Mekies’ excuus en de verantwoordelijkheid van het team

Mekies gaf open toe: ‘We hebben het verknoeid, onze excuses aan Yuki.’ De technische uitleg was dat het schema te krap was en dat Red Bull verkeerd inschatte wie er nog op tijd de baan op kon. Feit is dat de operationele timing faalde. Het vertrek uit de pitstraat was gehaast en na 93 seconden tussen garageverlaat en het betreden van het circuit zat Tsunoda als vijfde in een rij die niets meer kon beginnen. Dat is een procesfout; in sprintkwalificatie, waar elke seconde telt, moet dit simpelweg beter.

Wat Tsunoda zelf had kunnen doen

Toch was Red Bull niet de enige veroorzaker. Als Tsunoda op zijn eerste poging dichter bij Verstappen had gezeten, had hij SQ2 gehaald en was dit hele scenario vermeden. Zijn zwakte op de zachte en medium banden maakte dat het team besloot deels te compenseren met tanken en een pitstop. Had hij in de trainingssessies overtuigender gepresteerd, dan was vol tanken voor de volledige sessie een logischere keuze geweest. Zijn radio-opmerkingen ’het wordt krap’ en ’ik weet niet zeker of we het gaan redden’ laten zien dat ook hij de risico’s voelde, maar niet de marge had om er iets aan te veranderen.

De bredere les voor sprintkwalificatie en voor Red Bull

Dit incident toont twee dingen. Ten eerste: sprintkwalificatie versterkt de impact van operationele fouten. De bandenregel per segment en de compacte schema’s maken dat strategische keuzes onverbiddelijk zijn. Ten tweede: Red Bull moet intern scherper sturen op timing en beslissingsprotocollen. Een publieke excuusbrief is correct, maar structurele aanpassingen in pitstrategie en exit-timing zijn noodzakelijk.

Uiteindelijk is dit een gedeelde verantwoordelijkheid. Red Bull faalde in de uitvoering. Tsunoda faalde in het leveren van een veiligheidsronde op zijn eerste poging. De optelsom van die tekortkomingen resulteerde in een klap voor de Japanner, terwijl Verstappen later aantoonde dat de auto het tempo had om door te gaan — en uiteindelijk de pole pakte. Voor Red Bull en Tsunoda draait de vooruitgang nu om helderere procedures, strakkere voorbereiding op korte sessies en het terugbrengen van de foutmarge op banden en setup.

nl_NLNL